De Transardennaise: van La Roche-en-Ardenne tot Bouillon in 7 etappes
De Transardennaise: van La Roche-en-Ardenne tot Bouillon in 7 etappes (G.T.A.: Grande Traversée des Ardennes) is een prachtige wandelroute door het hart van de Ardennen in België. De wandelroute begint in La Roche-en-Ardenne en loopt tot Bouillon. De wandelroute is ongeveer 160 km lang en voert u door prachtige bossen, rivieren en schilderachtige dorpjes. De Transardense Route is verdeeld in 7 etappes, variërend in lengte van 18 tot 27 km per dag. De wandelroute biedt uitdagende beklimmingen en afdalingen, maar het uitzicht op de omliggende natuur maakt het allemaal de moeite waard.
Etappe 1 Transardennaise: La Roche-en-Ardenne > Sainte-Ode (Sprimont), 23 km
Etappe 1 van de Transardennaise begint in La Roche-en-Ardenne, een stadje met slechts 2000 inwoners gelegen aan de Ourthe, op ongeveer 220 meter boven zeeniveau. Het wordt wel eens "Valkenburg aan de Ourthe" genoemd. Vanaf Place du Bronze slaan we linksaf de asfaltweg naar Hives in en volgen we de geel-witte markering met de Ruisseau de Bronze aan onze rechterhand, in zuidelijke richting. Wanneer het weggetje naar Hives begint te klimmen, slaan we rechtsaf in de richting van de camping en blijven we achter de camping lopen. Dit is een behoorlijk steile klim. De weg verandert in een pad door een sparrenbos en loopt onder de hoogspanningsleidingen door naar de hoogvlakte.
Op het punt waar meerdere bospaden kruisen, volgen we de geel-witte markering diagonaal naar rechts. We verlaten het bos en lopen vanaf het hoogste punt over een landweggetje afwisselend tussen akkers en weiden tot we in Hives aankomen. In de 19e eeuw werden hier bijna alle bossen gekapt voor de leerlooierijen. Nu zijn de bossen vervangen door monotone sparrenakkers. Via dit glooiende landschap met weilanden en bossen bereiken we de splitsing met een wegkruis in Hives. We lopen niet door het plaatsje zelf, maar slaan rechtsaf. We gaan richting Lavaux, dat uit enkele grote, oude boerderijen bestaat. We volgen het asfalt naar rechts en vervolgens linksaf tegenover nummer 60 een geasfalteerde landweg in. Deze gaat na een kilometer over in een bospad.
Het wandelpad voert ons door het gebied dat op de kaart aangeduid staat als La Hestoulle. Het uitzicht over de uitgestrekte Ardeense weilanden met de dorpen Erneuville aan de rechterkant en Cens aan de linkerkant is adembenemend. Erneuville heeft enkele architectonische hoogstandjes, zoals de kerk en de pastorie, die het bezoeken waard zijn. Bij een wegkruis steken we de doorgaande weg over van Beaulieu naar Erneuville, om vervolgens bij de tweesprong rechtsaf te gaan. Op het tweede kruispunt van smalle asfaltweggetjes, waar ook een in slechte staat verkerend wegkruis staat, slaan we linksaf en komen we in Cens. De imposante kerk van Cens met de bolvormige klokkentoren laat zien dat het dorp vroeger rijk was. Helaas werd het in de 17e eeuw getroffen door de pest.
We verlaten het dorp en komen eerst langs akkerland, dat al snel plaatsmaakt voor weilanden en bos. We bereiken een plateau en slaan rechtsaf. Naast ons stroomt de Ruisseau de Cens door de beboste vallei, die ons een tijdlang vergezelt. Dan volgt er een steile afdaling naar Wyompont, waar we de Ourthe oversteken richting Roumont. Aan de voet van de heuvel liggen de ruïnes van de Moulin de Trinval. Even later bereiken we het dorpje Wyompont. We vervolgen onze weg over de oude brug in Wyompont en slaan rechtsaf om de markering van de Transardense Route te volgen. De onverharde weg loopt langs de weilanden en volgt de Ourthe. Het landschap verandert geleidelijk van weilanden naar bos en na ongeveer 2 kilometer zien we tussen de weilanden door het imposante Chateau de Roumont opdoemen. Via de oude geplaveide weg, ook wel bekend als de Chaussée Marie-Thérèse, komen we Roumont binnen.
We vervolgen onze wandeling langs de kerk en het kerkhof, en gaan rechtdoor totdat de verharde weg overgaat in een pad dat ons door het Bois de Herbaimont leidt en ons naar de doorgaande weg Houffalize-Libramont brengt. Hier slaan we rechtsaf op de N26 en gaan we verder langs de Barrière Hinck aan de N4. Onder de brug door slaan we linksaf, volgen we de markering van de Transardense Route en gaan we verder op de weg die naar Sprimont leidt. Enkele meters voorbij Sprimont gaan we naar links tot we bij een beekje bij de bosrand komen. We volgen de loop van het beekje langs de weilanden naar rechts, dat enkele vijvers vult. We volgen de bosrand naar rechts totdat we bij het weiland komen, waar we de onverharde weg nemen die ons in zuidwestelijke richting naar de vallei van de Ourthe brengt. Tijdens deze afdaling passeren we een camping en de oude Moulin de Wachirock, die in 1620 werd gebouwd. We zijn nu bij het eindpunt van de etappe in Sprimont, een gehucht van Amberloup, dat samen met Tillet en Lavacherie de gemeente Sainte Ode vormt.
Etappe 2 Transardennaise: Sainte-Ode (Sprimont) > Saint-Hubert, 23 km
Etappe 2 van de Transardennaise is een prachtige tocht door het bos die voornamelijk door het onderhout leidt. Het wegprofiel van deze 23 kilometer lange route is vrij heuvelachtig. Bij het verlaten van Sprimont maak je al een eerste korte beklimming. Daarna volgt een stevige afdaling tussen Aviscourt en Lavacherie, gevolgd door een langzame beklimming tussen Tonny en het bos van Vesqueville. Dan volgt een kleine afdaling, een korte beklimming en uiteindelijk de afdaling naar de stad Saint Hubert. Als je van stilte en frisse boslucht houdt, is deze route een van de aangenaamste van de hele Transardeense route.
De tocht begint bij het centrum van Sprimont, waar je langs een smal, kronkelig weggetje de heuvelrug over klimt die Sprimont scheidt van Aviscourt. Je passeert een vervallen bakhuis en buigt af naar rechts. Onderweg kom je langs de pittoreske Gîte "La Pommeraie". Vervolgens volgt er een lange afdaling naar Lavacherie. Onderweg kom je voorbij de begraafplaats van Belgische oud-krijgsgevangenen. Wanneer we Lavacherie binnenlopen lopen we langs de oude "Moulin de la Gotelle", die reeds in de 15e eeuw wordt vermeld in oorkonden van de abdij van Saint Hubert. Het huidige gebouw, dat gedeeltelijk is gerestaureerd, dateert uit de 17e eeuw.
Een eindje verderop gaan we de Ourthe over, die hier duidelijk veel minder breed is dan in La Roche. Rechts van de weg staat een kapelletje. Onze route gaat verder over de Rue de Bastogne dwars door het dorp, dat zich uitstrekt langs de hoofdstraat en waar talloze typische Ardeense huizen te bewonderen zijn. Op het hoogste punt van het dorp bij de kerk gaan we langs Auberge de Lavacherie en volgen nog een paar honderd meter de verharding. Vervolgens slaan we op het kruispunt linksaf, een aardeweggetje in dat langs een manege loopt. Even verderop kruisen we de "Ruisseau de la Male Racine" en wandelen langs een bos tot op een kruispunt met een asfaltweg. Daar gaan we rechtsaf. Dit pad loopt tussen twee heggen door en gaat opnieuw het bos in. Bij regenachtig weer kan het hier modderig zijn.
Wanneer we na ongeveer een kilometer het bos uit wandelen, bereiken we Bertifoi, een kleine plaats nabij een klein moeras. Het pad gaat omlaag naar Tonny, ook een gehucht van Amberloup. Daar volgen we een asfaltweg naar links tot aan de volgende splitsing, waar we linksaf slaan en langs een steengroeve komen. Het asfalt gaat over in een pad dat even langs de Ourthe loopt. Daarna buigt de Transardense route naar rechts, het Bois Cousin in, deel uitmakend van het uitgestrekte Bois de Freyr. Als je bij het betreden van dit bos en jachtreservaat een hek moet openen, vergeet het dan niet te sluiten! We bevinden ons hier in een stuk ongerepte natuur waar we, afhankelijk van het seizoen, narcissen, bosbessen of paddestoelen kunnen vinden, en wellicht ook sporen van wild. De natuur moet worden gerespecteerd!
De aangegeven route gaat over de "Ruisseau de Serlogne" en loopt nu eens langs aangeplante naaldbomen, dan weer onder hoogstammige eiken en beuken door. Voor we na een uur de N848 bereiken, gaat het pad over in een onverharde weg. We steken deze doorgaande weg vanuit Saint Hubert over en gaan rechtdoor over de N848, het Bois de Vesqueville in.
De route loopt in zuidwestelijke richting. Wanneer we weer op een asfaltweg komen, volgen we die weg 200 meter rechtuit richting Vesqueville. Daarna slaan we een modderig bospad in aan onze rechterhand. Eerst wandelen we door sparren en dan weer door beuken. Voorbij de open plek in het bos nemen we het smalle pad dat rechtsaf langs een omheining naar beneden loopt en uitkomt op een verhard weggetje. Vanaf het weggetje dat we eerst naar links volgen en dan, na een scherpe bocht, naar rechts, hebben we een schitterend uitzicht. We dalen af en steken bij een stenen bruggetje de "Ruisseau de Leupont" over. De route klimt naar boven langs een smal, kronkelend weggetje. Bij de bosrand aangekomen, slaan we niet linksaf op de asfaltweg, maar gaan we even verderop, waar het asfalt naar rechts afbuigt, rechtdoor het bospad in. Wanneer we uit het bos komen, bij Haie Madame ligt de stad Saint. Hubert aan onze voeten. Om Saint Hubert te bereiken, moeten we nog wel de snelweg Barrière de Champion-Libramont oversteken. Over het asfalt gaan we een paar honderd meter in noordelijke richting en bij de zagerij slaan we linksaf de brug over de snelweg op. Het is nog een kleine kilometer voordat we in het centrum van Saint Hubert bij de basiliek aankomen, het eindpunt van deze dagetappe.
Etappe 3 Transardennaise: Saint-Hubert > Nassogne, 27 km
Etappe 3 van de Transardennaise is niet voor de zwakkeren van geest. Met een lengte van 27 kilometer is het de zwaarste dagtocht van het hele traject en het landschap is allesbehalve vlak. Het is een tocht vol uitdagende beklimmingen en uitputtende afdalingen, maar de inspanning is de moeite waard. Het pad slingert door de meest adembenemende wouden van de Ardennen, met name door eiken- en beukenbossen, maar ook door naaldbossen die prachtig worden onderhouden. Als je even stopt en jezelf verdekt opstelt, is de kans groot dat je wilde dieren tussen het kreupelhout of tussen de bomen ziet.
De wandeling begint in Saint Hubert, de hoofdstad van de Ardennen. We vertrekken vanaf de rotonde aan de Rue de Converserie en slaan de Rue St. Michiel in om vervolgens direct naar rechts de Rue du Thiers in te gaan. Dit smalle straatje loopt steil omhoog en meteen aan het begin zien we de geel-witte markering van de Transardeense Route. Boven aan de helling hebben we terugkijkend een weids uitzicht op het stadje Saint Hubert met de imponerende gevel van de abdij van St. Hubert uit 1729 en de oorspronkelijk laatgotische Sint Hubertusbasiliek uit de 16e eeuw. We slaan linksaf de smalle Chemin de Palogne in, die na verloop van tijd overgaat in een hobbelig pad.
De weg genaamd Chemin de Palogne leidt ons door de weilanden. Aan onze linkerzijde bevindt zich een moerassig gebied met het kleine Etang du Prieur waar de Ruisseau de Chîrmont doorheen stroomt. Na het passeren van een everzwijnhek, steken we het beekje over op een kleine doorwaadbare plaats. Nu betreden we de uitgestrekte Ardeense bossen, waar we bijna tot het einde van onze wandeling zullen blijven. Deze bossen hebben prachtige namen zoals Forêt du Roi Albert en Forêt St. Michel. We zien grote waarschuwingsborden op hekken en bomen die ons direct vertellen dat het tijdens het jachtseizoen niet veilig en toegestaan is om deze bossen te betreden. Door de aanplanting van de sparren wordt duidelijk dat het bos volledig doorkruist wordt door rechte, onbeboste lanen. Deze brandgangen vormen doorgangen voor de boswachters en voorkomen de verspreiding van een eventuele bosbrand. We volgen zo'n pad, dat eerst afdaalt en na een afslag naar rechts op het kruispunt dat op de kaarten "Al Saute" wordt genoemd, opnieuw omhoog klimt. Opnieuw steken we een beekje over, de Ruisseau de Lorcy, en na een kilometer en een steile klim bereiken we een hoogte van 540 meter.
We komen aan bij het monument van Koning Albert I, een gedenksteen voor de derde Belgische koning. Het bospad dat links voorbij het monument afdaalt, loopt door rijen beuken en eiken en deels door riet, veenmos en andere typische planten uit de veengebieden. Het pad dat we volgen komt uit op een asfaltweggetje, dat we 50 meter naar rechts volgen waarna we linksaf te slaan bij het bruggetje over de Ruisseau de Palogne. Het weggetje slingert zich door het landschap en biedt uitzicht op het riviertje Masblette, waarin forel paait. Het samenvloeien van de Ruisseau de Palogne en de Masblette wordt aangegeven met de benaming "Point de Rencontre". Door de Transardense route te volgen over het houten bruggetje bij de samenloop van de twee rivieren, komen we op een van de mooiste stukken van de hele route. Het bospad loopt zachtjes op door de Masblettevallei en biedt een prachtig uitzicht op de omgeving.
We gaan verder langs de Masblette en na ongeveer 2 kilometer maakt de route een buiging naar links voor een aftakking van de Masblette. Een onopvallend, smal pad dat langs het beekje loopt, leidt ons in een steile klim naar de top van de heuvel. Na het bereiken van de top, maken we een zijwaartse beweging van ongeveer 50 meter naar rechts en komen we uit op een brede bosweg. Vervolgens volgen we het kleine weggetje dat ons over een afstand van ongeveer 3 kilometer opnieuw laat afdalen naar de vallei van de Masblette bij Fourneau Saint Michel.
We wandelen door het Fourneau Saint Michel terrein, en komen langs enkele gebouwen van het "Musée du Fer et des Métiers d'autrefois", naast de grootste vijver. Op deze manier bereiken we de doorgaande weg van Saint Hubert naar Nassogne. We volgen het voetpad naast deze weg in noordelijke richting tot aan de afslag naar Awenne. Op deze T-splitsing bevinden zich de eerste gebouwen van het "Musée de la Vie rurale en Wallonie" aan onze rechterkant. We wandelen door het park tot aan de opvallende Auberge du Prévóst, waar nu een restaurant is gevestigd. Vanaf de herberg volgen we de hoofdweg N849 50 meter naar links, waarna we rechtsaf een asfaltweggetje inslaan bij de bocht met kilometerpaal 10. Dit weggetje is aangegeven met geel-witte tekens en voert ons door een hek, dat we moeten sluiten na het passeren.
Nu zijn we op de Chemin de la Diglette, een 4,2 kilometer lange en steile klim langs de Ruisseau de la Diglette naar de "Thier de la Diglette". We overbruggen een hoogteverschil van 214 meter met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,3% en komen uit op een hoogte van meer dan 510 meter op de top. Op het hoogste punt van de "Thier de la Diglette" volgen we het goed gemarkeerde pad dat zich door het beukenbos slingert. Na verloop van tijd gaat het pad over in een hobbelige weg, de Chemin de Crevai, die in noordelijke richting afbuigt. Aangekomen bij een T-splitsing met een bospad slaan we linksaf en volgen we de geel-witte markering. Na een paar honderd meter slaan we af naar rechts bij een open plek in het bos. We dalen af naar een modderige doorwaadbare plaats in de Ruisseau des Compagnons, waarover gelukkig een bruggetje is geslagen. Na het hek zien we de bebouwing van Nassogne al liggen bovenop de uitloper van het bos.
Na een tijdje steken we een rivier over via een smal bruggetje. Hier wacht ons een steile beklimming van de "Thier des Gates" - ook wel bekend als de "geitenhelling". In minder dan 2 kilometer moeten we meer dan 100 meter klimmen. Als we eenmaal de top hebben bereikt, dalen we af naar Nassogne via een kronkelende asfaltweg die langs de camping loopt. Onderweg komen we langs een mooie vijver en lopen we door de Chemin des Mésanges en de Rue du Vivier. Uiteindelijk komen we aan bij het centrum van Nassogne, gelegen aan de Place Communale.
Etappe 4 Transardennaise: Nassogne > Mirwart, 18 km
Etappe 4 van de Transardense route begint in Nassogne en leidt je door de beboste heuvels van de Ardennen naar het dorpje Mirwart. Je begint door in zuidoostelijke richting te lopen over het plateau van Saint-Hubert, waar je kunt genieten van prachtige uitzichten op de omgeving. Na ongeveer 4 kilometer kom je bij de spoorlijn tussen Namen en Luxemburg, die je oversteekt. Vervolgens loop je door het bos van Mirwart, een prachtig bosgebied met eeuwenoude bomen en kabbelende beekjes. Onderweg passeer je het kasteel van Mirwart, dat dateert uit de 17e eeuw en een indrukwekkend bouwwerk is met zijn vier ronde torens. Het kasteel is privé-eigendom en kan niet worden bezichtigd, maar het uitzicht alleen al is de moeite waard.
Vanaf het kasteel loop je verder door het bos en kom je langs de Sint-Hubertuskapel. Deze kapel is gebouwd ter ere van de patroonheilige van de jacht en is een populaire plek voor pelgrims. De kapel is prachtig gelegen op een heuveltop en biedt een schitterend uitzicht op de omgeving. Na de kapel daal je af naar de vallei van de Lhomme, waar je langs de rivier loopt en door de bossen van de Haute-Lesse. Dit is een adembenemend gebied met steile rotsen en diepe kloven, waar je diverse watervallen en stroomversnellingen kunt bewonderen. Onderweg passeer je enkele kleine dorpjes en gehuchten, waar je even kunt uitrusten of iets kunt eten en drinken.
Aan het einde van de etappe kom je aan in het dorpje Mirwart, waar je de dag kunt afsluiten met een verfrissend drankje op een van de terrassen. Het dorp heeft enkele mooie oude huizen en een pittoreske kerk, en is een gezellige plek om te verblijven.
Etappe 5 Transardennaise: Mirwart > Daverdisse, 23 km
Etappe 5 van de Transardense route loopt van Mirwart naar Daverdisse en beslaat een afstand van ongeveer 23 kilometer. Tijdens deze etappe loop je door de beboste heuvels en valleien van de Ardennen, en kom je langs diverse mooie dorpjes en gehuchten. Vanuit Mirwart loop je eerst door het bos en over een heuvelrug, waar je een prachtig uitzicht hebt op de omgeving. Vervolgens daal je af naar de vallei van de Lhomme, waar je langs de rivier loopt en door de bossen van de Haute-Lesse. Dit is een adembenemend gebied met steile rotsen en diepe kloven, waar je diverse watervallen en stroomversnellingen kunt bewonderen.
Na enkele kilometers kom je aan in het dorpje Redu, dat bekend staat om zijn boekenmarkt en zijn talloze boekwinkels. Redu is een sfeervol dorpje met enkele mooie oude huizen en een kerk uit de 18e eeuw. Je kunt hier even pauzeren en genieten van een hapje of drankje in een van de lokale cafés. Na Redu vervolg je de wandeling door het bos en kom je langs enkele kleine dorpjes en gehuchten, zoals Lesse en Lavaux-Sainte-Anne. Deze pittoreske dorpjes hebben mooie oude huizen, een kerkje en enkele gezellige cafés en restaurants.
Na Lavaux-Sainte-Anne loop je door de bossen en over glooiende heuvels naar Daverdisse, het eindpunt van deze etappe. Daverdisse is een rustig dorpje met enkele mooie oude huizen en een kerk uit de 18e eeuw. Je kunt hier overnachten in een van de lokale accommodaties.
Etappe 6 Transardennaise: Daverdisse > Paliseul, 27 km
Etappe 6 van de Transardennaise loopt van Daverdisse naar Paliseul en beslaat een afstand van ongeveer 27 kilometer. Tijdens deze etappe loop je door een afwisselend landschap van bossen, weilanden en dorpen. Vanuit Daverdisse loop je eerst door de bossen en langs de oevers van de Lomme, een mooie rivier die door de Ardennen stroomt. Na enkele kilometers kom je aan in het dorpje Porcheresse, een rustig dorpje met enkele oude huizen en een kleine kerk. Hier kun je even pauzeren en genieten van een kop koffie of thee in een van de lokale cafés.
Na Porcheresse vervolg je de wandeling door de bossen en kom je langs enkele kleine gehuchten en boerderijen. Onderweg kun je genieten van prachtige uitzichten over de glooiende heuvels van de Ardennen. Na enkele kilometers kom je aan in het dorpje Maissin, een klein dorpje met een mooie kerk en enkele gezellige cafés en restaurants.
Na Maissin loop je verder door de bossen en kom je aan bij de Abbaye de Clairefontaine, een oud klooster uit de 13e eeuw dat tegenwoordig dienst doet als hotel en restaurant. Het klooster is omgeven door een prachtige tuin en een park, waar je even kunt rondwandelen en genieten van de rust en stilte.
Na de Abbaye de Clairefontaine vervolg je de wandeling door de bossen en over de glooiende heuvels van de Ardennen. Na enkele kilometers kom je aan in het dorpje Paliseul, het eindpunt van deze etappe. Paliseul is een sfeervol dorpje met enkele mooie oude huizen, een kerk uit de 18e eeuw en enkele gezellige cafés en restaurants.
Etappe 7 Transardennaise: Paliseul > Bouillon, 17 km
Etappe 7 van de Transardennaise wandeling loopt van Paliseul naar Bouillon en is ongeveer 17 kilometer lang. Het is een prachtige wandeling door de vallei van de Semois, een mooie rivier die door de Ardennen stroomt. Vanuit Paliseul loop je eerst door de velden en weilanden, waar je kunt genieten van prachtige uitzichten over het glooiende landschap van de Ardennen. Na enkele kilometers kom je aan bij het dorpje Carlsbourg, een rustig dorpje met enkele oude huizen en een kapel. Hier kun je even pauzeren en genieten van een kop koffie of thee in een van de lokale cafés.
Na Carlsbourg vervolg je de wandeling door de velden en bossen en kom je aan bij het dorpje Corbion. Dit dorpje is bekend om zijn oude kerk en zijn mooie uitzicht over de vallei van de Semois. Hier kun je even pauzeren en genieten van het prachtige uitzicht. Na Corbion loop je verder langs de Semois, waar je kunt genieten van het rustgevende geluid van het stromende water. Onderweg kom je langs enkele kleine gehuchten en boerderijen en kun je genieten van prachtige uitzichten over de heuvels en bossen van de Ardennen. Na enkele kilometers kom je aan in het dorpje Poupehan, een klein dorpje met enkele gezellige cafés en restaurants aan de oevers van de Semois.
Na Poupehan loop je verder langs de Semois en kom je aan in het middeleeuwse stadje Bouillon, het eindpunt van deze etappe. Bouillon is een prachtig stadje met een rijke geschiedenis en enkele bekende bezienswaardigheden, zoals het kasteel van Bouillon en de Sint-Petruskerk.